Eerlijke informatie over borstimplantaten voor betere zorg en keuzes
Hinne Rakhorst is plastisch chirurg en voorzitter van de Clinical Audit Board van de Dutch Breast Implant Registry (DBIR) van DICA. Hierin wordt de toepassing van borstimplantaten en de resultaten van borstimplantaatchirurgie in Nederland geregistreerd door plastisch chirurgen. “Ik zie in de praktijk regelmatig vrouwen die angstig voor borstprothesen zijn door negatieve media-aandacht rondom de veiligheid van implantaten. Dankzij deze registratie kunnen we vrouwen van eerlijke informatie voorzien.”
“Van alle vrouwen in Nederland heeft drie procent een borstimplantaat”, vertelt Hinne. “Bij 30 procent gaat het om een reconstructie van de borst en bij 70 procent om een cosmetische ingreep.
DBIR is gestart in 2015 en is zowel een implantatenregister als een systeem om kwaliteitsmetingen te doen. De registratie is ontwikkeld door de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC). Doel van DBIR is om op een onafhankelijke manier de uitkomsten van operaties vast te leggen en inzicht te krijgen in de veiligheid van borstimplantaten. Ook kunnen we achterhalen welke patiënt welk implantaat heeft gekregen. Mocht de veiligheid van een implantaat in het geding zijn, kunnen we deze vrouwen via DBIR traceren. Privéklinieken gaan bijvoorbeeld regelmatig failliet en dan zijn de gegevens van operatie en implantaat verloren. DBIR kan de mensen dan toch nog vinden. Dat is belangrijk want je wilt ook zicht houden op vrouwen die daar behandeld zijn.
In onze database is meer dan 95 procent van alle operaties geregistreerd. Dat komt omdat we gebruik maken van een opt-outsysteem: patiënten worden automatisch geregistreerd tenzij ze bezwaar maken. Het feit dat DBIR zo goed werkt komt vooral doordat alle plastisch chirurgen DBIR ondersteunen en dagelijks patiënten registreren, ondanks de administratie die dit met zich mee brengt. De resultaten uit DBIR zijn daarnaast heel behulpzaam tijdens het gesprek in de speekkamer omdat we met de patiënt bepaalde kansen kunnen bespreken, bijvoorbeeld de kans dat een implantaat kort na een operatie moet worden verwijderd door een infectie. Dankzij deze informatie kunnen vrouwen een keuze maken waar ze zich prettig bij voelen.”
Kwaliteit van leven
Hinne legt uit waarom het onderwerp hem zo aan het hart gaat. “Ik zie in de praktijk wat een vrouw allemaal doormaakt wanneer zij een chirurgische ingreep overweegt. Ook zijn er veel patiënten die angstig worden door alle negatieve media-aandacht rondom de veiligheid van implantaten. Terwijl borstimplantaten een heel veilig hulpmiddel zijn en de kans dat er iets mis mee is, heel klein is. Bovendien geven de meeste vrouwen na een operatie aan dat hun kwaliteit van leven verbeterd is. Echter moeten we oog houden voor bijwerkingen van implantaten. We willen weten hoe vaak het goed gaat en hoe vaak er problemen zijn ontstaan. Daar kunnen we van leren als chirurg, patiënt, toezichthouder en journalist “.
Wensen
Hinne laat weten trots te zijn op hoe de zorg in Nederland geregeld is. “Ons land loopt echt voorop als het gaat om kennis over implantaten en ik vind dat DICA met de plastisch chirurgen van Nederland met deze registratie een indrukwekkend systeem heeft opgezet.” Toch heeft hij nog wel wat wensen met het oog op de toekomst. “Ik zou heel graag een koppeling willen met andere registraties, zoals de borstkankerregistratie. Door deze gegevens te combineren zouden we de zorg voor vrouwen met borstkanker nog verder kunnen verbeteren. Helaas staat de privacywetgeving deze koppeling in de weg, terwijl ik ervan overtuigd ben dat er veel winst te behalen valt voor de Nederlanders.”
Hinne Rakhorst is als plastisch chirurg verbonden aan het Medisch Spectrum Twente en Ziekenhuis Groep Twente (ZGT). Daarnaast is hij voorzitter van de Clinical Audit Board van de Dutch Breast Implant Registry (DBIR) van DICA.