Skip to main content

'Aantal kwaliteitsindicatoren stijgt fors'

Het aantal kwaliteitsindicatoren in ziekenhuizen is in twee jaar met 14 procent toegenomen. Slechts 2 procent van alle 1.551 indicatoren zijn uitkomstindicatoren. Dat blijkt uit een inventarisatie van onderzoeks- en adviesbureau Prismant.

Ziekenhuizen en medisch specialisten klagen al jaren steen en been over de administratieve rompslomp rond de kwaliteitsregistraties. Die registratielast lijkt alleen maar groter te worden. Uit een onderzoek van Prismant blijkt dat het aantal openbare indicatoren met 14 procent is gestegen van 2014 naar 2016. Waren er in 2014 nog maar 1.360 indicatoren, in 2016 waren het er 1.551. Ook het aantal aandoeningen met een complete indicatorenset nam toe van 37 in 2014 tot 41 in 2016, een stijging van 11 procent.

Weinig uitkomstindicatoren

Opvallend is de geringe groei van het aantal uitkomstindicatoren. Het percentage uitkomstindicatoren stijgt weliswaar licht, maar beslaat nog maar 2 procent van alle indicatoren per jaar in algemene ziekenhuizen en 3 procent in umc’s. Veel indicatorensets (58 procent) hebben nog niet één uitkomstindicator. ‘Als je op weg wil naar value based healthcare en uitkomstfinanciering, dan zou je verwachten dat de ontwikkeling van uitkomstindicatoren sneller gaat’, zegt directeur Wouter van Dijk van Prismant.

Nietszeggende indicatoren

De ontwikkeling van de indicatorensets lijkt traag te gaan. Indicatoren kunnen jarenlang dezelfde waarde meten en dezelfde uitkomsten in alle instellingen. 622 indicatoren zijn drie jaar lang op dezelfde manier gemeten. Bij een derde gaven ziekenhuizen elk jaar hetzelfde antwoord. ‘Als ziekenhuizen elk jaar hetzelfde antwoord geven, dan voegt zo’n antwoord niets meer toe. Dan zijn we aan het uitvragen om het uitvragen. Zo houden we elkaar zinloos aan het werk. Met dit soort indicatoren kun je het beste stoppen.’

Indicatoren schrappen

Nederland kan toe met beduidend minder indicatoren, vindt ook Rob Tollenaar, voorzitter van de kwaliteitsregistraties van DICA. Er zijn in zijn optiek vooral te veel structuur- en procesindicatoren die niet gekoppeld zijn aan een systeem van kwaliteitsregistraties. ‘Er is een heel woud aan structuur- en procesindicatoren die niet onderscheidend zijn en geen waarde toevoegen. Ook zijn er indicatoren die zo langzamerhand common practice zijn geworden, zoals multidisciplinaire besprekingen voorafgaand aan operaties. Dat was vroeger misschien een nuttige indicator, maar nu doet iedereen dat.’

Indicatoren niet zo maar afschaffen

Het afschaffen van indicatoren moet wel zorgvuldig gebeuren, vindt Tollenaar. Hij wijst erop dat er veel procesindicatoren zijn die niet veranderen en waarop ziekenhuizen weliswaar steeds hetzelfde antwoord geven, maar die wel heel belangrijk zijn voor de kwaliteit. ‘We moeten toe naar een beperkte set van uitkomstindicatoren. De trend in de zorg is value based healthcare. Je wilt dus indicatoren die iets zeggen over zinvolle uitkomsten vanuit de optiek van patiënten.’

Indicatoren koppelen aan registratie

Verder zouden die indicatoren gekoppeld moeten zijn aan een systeem van kwaliteitsregistratie. Tollenaar: ‘Een indicator zegt op zichzelf niet zo veel. Je wilt echt onder de motorkap kijken en begrijpen wat er gebeurt. Pas als indicatoren deel uitmaken van een kwaliteitsregistratiesysteem , zoals DICA of NICE (het kwaliteitsregistratiesysteem van intensivisten, red.), krijg je betekenisvolle informatie. Stel dat je bij slokdarmkanker meer heropnames hebt, dan kun je met de kwaliteitsregistratie zien wat de oorzaak is. Het kan bijvoorbeeld komen door aandoeningen aan de luchtwegen of lekkende voedingskatheters. Dat is wat je wil.’

Gepubliceerd in Zorgvisie, november 2017.

Later in november 2017, eveneens in Zorgvisie, formeerden beleidsadviseurs van ZN een reactie op bovenstaand artikel:

Blog: ‘Onnodige indicatoren nemen af dankzij kwaliteitsregistraties’

Het delen van uitkomsten van zorg en patiëntervaringen draagt bij aan betere zorg. De analyse van kwaliteitsindicatoren in de ziekenhuiszorg door Prismant op Zorgvisie.nl laat zien dat de ziekenhuizen daarin vooroplopen. Hun conclusie dat het aantal indicatoren alleen maar stijgt, klopt echter niet.

Zorgverzekeraars vinden het van groot belang dat patiënten toegang hebben tot goede kwaliteitsindicatoren. Het is de kunst om vooral naar de betekenisvolle indicatoren te kijken. Momenteel vindt iedereen dat er nog te veel proces- en structuurindicatoren zijn. En het klopt ook dat een groot deel van de transparante indicatoren geen betekenis heeft voor patiënten, zoals Rob Tollenaar van DICA dat op Zorgvisie.nl meldt. Maar wat niet klopt is de conclusie van Prismant dat het aantal indicatoren alleen maar stijgt.

Minder indicatoren in 2018

Door de samenwerking tussen met name beroepsgroepen, patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars is het namelijk gelukt om het aantal ‘losse’ indicatoren te beperken. Er is sprake van een daling: van 1500 in 2017 naar ongeveer 1350 indicatoren in 2018. Hoewel het aantal indicatoren is gedaald, stijgt juist het aantal aandoeningen waarvoor via kwaliteitsregistraties betekenisvolle uitkomstindicatoren transparant worden gemaakt. Per 2018 is dat in de ziekenhuiszorg voor 47 aandoeningen het geval.

Betekenisvolle kwaliteitsinformatie

Zorgprofessionals werken steeds meer aan het verbeteren van zorg op basis van kwaliteitsregistraties. Zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties stimuleren het beschikbaar komen van betekenisvolle kwaliteitsinformatie, waarbij de focus ligt op voor de patiënt relevante uitkomstindicatoren die onderdeel zijn van kwaliteitsregistraties. Met name bij indicatorensets die op registraties zijn gebaseerd, komen steeds meer uitkomstindicatoren. En door deze focus neemt het totale aantal indicatoren bij deze kwaliteitsregistraties per aandoening juist af.

Processen bijsturen

Ziekenhuizen leveren een grote inspanning om hun kwaliteit van zorg in beeld te brengen via registraties. Die registraties vormen de basis voor een continue terugkoppeling naar zorgverleners zodat zij processen kunnen bijsturen. Dit geeft een grote stimulans aan het op basis van feiten verder verbeteren van de kwaliteit van zorg. Zorgverzekeraars stellen voor om, vanuit de kwaliteitsregistraties, slechts een zeer beperkte set van met name uitkomstindicatoren transparant te maken. En voor zover daar behoefte aan is, kunnen zorgverleners zelf de overige proces- en structuurindicatoren gebruiken voor kwaliteitsverbetering. Op die manier kunnen zorgverzekeraars en patiënten focussen op de voor hen belangrijkste informatie en kunnen zorgverleners zich richten op handvatten voor (nog) betere zorg.

Constructieve oplossing

Zorgverzekeraars willen graag samen met andere partijen werken aan het terugdringen van de registratielast. Het is wenselijk om samen te komen tot een constructieve oplossing voor de indicatorensets waar geen registratie aan ten grondslag ligt. Ook voor deze aandoeningen moet toegewerkt worden naar transparantie van uitkomsten die relevant zijn voor de patiënt. We zouden bijvoorbeeld gezamenlijk meer kunnen inzetten op generieke PROM- en PREM-vragenlijsten, op zo’n manier dat de uitvraag van deze lijsten  acceptabel is voor patiënten en ziekenhuizen.
Ook is het wenselijk om samen met andere partijen te kijken naar de mogelijkheden om de niet langer onderscheidende indicatoren te laten vervallen, zonder dat de patiënt hiervan nadelen (zoals een tijdelijk gebrek aan informatie) ondervindt.

Sytske de VriesLydia Vunderink en Maike Schepens, beleidsadviseurs kwaliteit bij Zorgverzekeraars Nederland.