Skip to main content

'Angst blokkeert transparantie over zorg'

Angst voor het oordeel van de buitenwereld is het belangrijkste obstakel voor meer openheid over zorg. Dat was de belangrijkste conclusie van een discussie over transparantie over uitkomsten van zorg op het DICA-congres op 8 juni.

Meer transparantie over de uitkomsten van zorg is onvermijdelijk. Die opvatting geniet brede instemming in de zorg. ‘De buitenwereld vertrouwt ons niet meer automatisch dat de zorg van goede kwaliteit is’, zegt Rob Tollenaar, voorzitter van Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA) op het congres op 8 juni. Maar minder overeenstemming is er over wat zorgaanbieders moeten meten, hoe ze moeten meten en hoe ze kwaliteitsinformatie openbaar moeten maken.

Registratielast DICA
De zware registratielast van de 21 kwaliteitsregistraties van DICA blijft een bron van ergernis voor menig specialist. Het is daarom aardig te bedenken dat specialisten daar zelf verantwoordelijk voor zijn. DICA is een initiatief van medisch specialisten. De klinische registraties weerspiegelen in eerste instantie wat zij vinden dat goede medische zorg is. ‘Daarbij zijn we misschien wat over-enthousiast geweest’, erkent Eric Heineman, voorzitter van Vereniging Heelkunde in een workshop over transparantie van zorg. De chirurg uit het UMCG heeft achter de schermen een belangrijke rol gespeeld bij de oprichting van DICA circa acht jaar geleden. Het is vanuit wetenschappelijke belangstelling van de specialisten zelf dat er zo veel moet worden geregistreerd. ‘Misschien is er behoefte aan een ‘Dica-light', dat zich richt op prioriteiten voor patiëntveiligheid’, oppert Heineman.

Angst voor oordeel
Dat het registreren kwaliteitswinst oplevert, tonen de resultaten van DICA jaarlijks aan. Registreren heeft dus zin. Maarten Erenstein, directeur van stichting Benchmark GGZ, legt in dezelfde workshop uit wat de kracht is van kwaliteitsregistraties. Specialisten gaan met elkaar in discussie over verschillen in uitkomsten. Hoe komen sommigen tot betere uitkomsten? Het leren van elkaar gedijt het beste als de buitenwereld niet meekijkt, blijkt in de discussie met de zaal. Het is de angst voor het oordeel van de buitenwereld die artsen belemmert om opener te zijn over hun resultaten. Maarten Erenstein haalt de chirurg en publicist Atul Gawande aan. ‘Wat als ik een middelmatige arts ben?’ Of nog erger, als je het slechtste jongetje van de klas bent.

Patiënt heeft recht op informatie
Toch hebben patiënten recht op de informatie over welke zorgaanbieders goed zijn en welke niet, vindt Erenstein. Mensen die in de zorg werken, kunnen via hun eigen netwerk boven water krijgen waar ze beter niet naartoe kunnen gaan. Het is onjuist om die informatie te onthouden aan burgers die zulke contacten niet hebben. Patiënten hebben die kwaliteitsinformatie nodig om te kunnen kiezen.

Variatie in kwaliteit
Dat er in dit opzicht nog een wereld te winnen valt, blijkt uit de lezing van chirurg Marie Jeanne Vrancken Peeters over de borstkankerregistratie, de eerste kwaliteitsregistratie waarvoor verschillende disciplines samen zinvolle indicatoren hebben opgesteld. De successen zijn onmiskenbaar. De sterfte onder patiënten met borstkanker is gedaald en ook de recidive is flink afgenomen. Toch is er nog grote variatie tussen ziekenhuizen. Het ene ziekenhuis opereert meer dan het andere. Maar daar is geen openheid over. Achter de schermen wordt er wel druk uitgeoefend. De ziekenhuizen die mogelijk te veel opereren, krijgen visitatie van de beroepsgroepen. Maar waarom mogen patiënten dat niet weten?

Lees artikel op www.zorgvisie.nl.