Skip to main content

Persbericht - Nederlandse borstkankerzorg levert steeds meer kwaliteit voor de patiënt

NEDERLANDSE BORSTKANKERZORG LEVERT STEEDS MEER KWALITEIT VOOR DE PATIËNT
Kwaliteitsregistratie borstkanker sluit borstkankermaand af met positief jaarrapport

Amsterdam, 31 oktober 2018 – De kwaliteit van borstkankerzorg in Nederland is van hoog niveau en de variatie tussen ziekenhuizen neemt af. Het multidisciplinair overleg door behandelteams draagt bij aan betere besluitvorming rondom de behandeling van borstkanker. Dat blijkt uit het jaarrapport van de NABON Breast Cancer Audit (NBCA), die op initiatief van borstkankerspecialisten de kwaliteit van zorg inzichtelijk maakt door registratie en terugkoppeling.

“We mogen trots zijn op de behandeling van borstkanker in ons land, de kwaliteit is hoog,” vertelt Marie Jeanne Vrancken Peeters, voorzitter van de NBCA en oncologisch chirurg in het Antoni van Leeuwenhoek. “We kunnen 70% van de patiënten borstsparend opereren, en bij patiënten waar we de gehele borst verwijderen, krijgt een kwart direct een reconstructie. Overigens beginnen we niet altijd met een operatie. In 20% van de gevallen starten we met chemotherapie. Vaak hoeven we daarna minder uitgebreid te opereren.”

Multidisciplinair overleg is cruciale factor in goed besluit over behandeling
Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen in Nederland. Jaarlijks krijgen ongeveer 17.000 Nederlanders de diagnose borstkanker, waarvan 99% vrouw. De behandeling begint bij een diagnose, waarna operatie, bestraling, chemotherapie en hormoontherapie kunnen volgen. Het behandelteam bepaalt in een multidisciplinairoverleg welke behandelingen het beste passen bij de specifieke situatie van de patiënt. In dit overleg kijken de verschillende specialismen, waaronder chirurg, internist, radioloog, gespecialiseerde verpleegkundigen naar de situatie van de patiënt.

Vrancken Peeters: “Elke patiënt en elke situatie is anders. Daarom is het zo belangrijk dat iedere patiënt in een multidisciplinair overleg wordt besproken. Dat doen we in Nederland consequent heel goed: in de afgelopen 3 jaar goldt dit voor 99% van de patiënten.”

De Borstkankervereniging Nederland (BVN) sluit zich daarbij aan. Directeur Lieke Steinmeijer: “BVN vindt het belangrijk dat artsen en verpleegkundigen met het aandachtgebied borstkanker intensief met elkaar samenwerken. Een goede behandeling van borstkanker vraagt om een teamprestatie en verdere specialisatie van kennis, zeker nu borstkanker steeds complexer wordt door alle subtyperingen en nieuwe behandelingen.”

Okselklierbehandeling: vaker bestraling, minder bijwerkingen
Eén van de opvallendste resultaten uit het rapport is de grote afname van okselklieroperaties. Bij de operatie onderzoeken artsen vaak één lymfeklier in de oksel, de schildwachtklier, op uitzaaiingen. Bij aangedane okselklieren volgde vroeger altijd een okselklieroperatie, nu wordt er steeds vaker bestraald. In 2017 werd nog maar bij 6% van de patiënten die borstsparend geopereerd zijn een okselklier operatie verricht; dit was 16% in 2012. Bij patiënten waarbij de borst moest worden verwijderd is er een daling van okselklieroperaties van 45% in 2012 naar 20% in 2017.

“We kijken niet alleen naar de beste behandeling, maar nemen ook de gevolgen voor de patiënt mee,” licht Marie Jeanne Vrancken Peeters toe. “Na een okselklieroperatie hebben veel patiënten last van een dikke, pijnlijke arm door lymfoedeem. De behandeling met bestraling is vaak net zo effectief als een operatie en heeft veel minder vervelende bijwerkingen.”

Toekomstperspectief: samen beslissen met de patiënt
Om de patiënt in de toekomst meer inzicht en keuzemogelijkheden voor behandelopties te bieden, werkt DICA aan het integreren van patiëntfeedback in haar 21 kwaliteitsregistraties. Voor de NBCA is een Taskforce Outcome opgezet met daarin zorgprofessionals en experts van Borstkankervereniging Nederland (BVN), Zorgverzekeraars Nederland, gegevensbewerker MRDM en NBCA/DICA. Door het terugkoppelen van patientfeedback maken de registraties inzichtelijk welke kwaliteit van leven de patiënt ervaart. Zo kan de patiënt in de toekomst samen met de behandelaar beslissen en krijgt hij of zij zelf de regie over de eigen gezondheid.