Op 24 september is oud-arts-onderzoeker Naomi Beck gepromoveerd. Voor haar onderzoek heeft ze gebruik gemaakt van de data uit de Dutch Lung Cancer Audit (DLCA). Dit is een multidisciplinaire audit die het traject van diagnostiek en behandeling van patiënten met longkanker in beeld brengt.
Omdat de zorg voor patiënten met kanker steeds vaker uit verschillende modaliteiten bestaat, richtte Beck haar proefschrift, getiteld ‘Assuring quality in cancer care: a challenging multidisciplinary responsibility’, op de evaluatie van de kwaliteit van deze multidisciplinaire zorg. Voor een succesvolle implementatie van haar bevindingen is in het onderzoek gekeken naar de centrale rol van clinici, nauwe samenwerking met andere partijen in de zorg, het tijdig terugkoppelen van data aan clinici en de mogelijkheid om op basis hiervan verbeterinitiatieven op te zetten.
Het onderzoek toont in het eerste gedeelte aan dat de ‘zorgzwaarte’ van de patiëntenpopulatie gevolgen heeft voor het risico op overlijden: dit risico kon oplopen tot twee keer zo hoog tussen een ziekenhuis met vele patiënten ten opzichte van een ander ziekenhuis. Deze variatie benadrukt het belang van een goed ‘casemix correctie model’, waarvoor aansluitend een model werd ontwikkeld dat bruikbaar is in de praktijk.
Ook richt het onderzoek zich op de variatie in multimodale behandeling tussen ziekenhuizen met een focus op de long- en maagkankerzorg. Gegevens uit de Dutch UpperGI Cancer Database (DUCA) lieten een variatie in het gebruik van perioperatieve chemotherapie zien in de behandeling van maagkanker. Daarnaast bleek dat het van invloed is door hoeveel verschillende specialismen een patiënt is gezien vooraf aan het multidisciplinair overleg, om zo een goede inschatting te kunnen maken voor een behandelplan. Tot slot laten ziekenhuizen grote variatie zien in de keuze voor het behandelen van longkanker via een pneumonectomie.
Beck concludeert tevens dat er nog stappen gezet moeten worden om Clinical Audits van maximale waarde te kunnen laten zijn. Multidisciplinair kijken naar en spreken over variatie in behandelstrategieën, en met name de rationale achter de variatie, kan hiermee een belangrijke bijdrage leveren aan de verbetering voor de oncologische zorg.