Dutch Pancreatic Cancer Group (DPCG) en Dutch Pancreatic Cancer Audit (DPCA)
In 2013 is de Dutch Pancreatic Cancer Audit (DPCA) opgericht door de Dutch Pancreatic Cancer Group (DPCG), de landelijke onderzoeksgroep gericht op de behandeling van alvleesklieraandoeningen. Deze multidisciplinaire werkgroep bestaat onder andere uit gastro-intestinaal chirurgen, maag-darm-lever-artsen, medisch oncologen, radiologen, radiotherapeuten, pathologen, diëtisten, verpleegkundig specialisten en onderzoekers. Het gezamenlijke doel van de DPCG is het verbeteren van de behandeling van alle maligne en pre-maligne alvleesklier- en periampullaire tumoren (inclusief cysten). Dit doet de DPCG door het uitvoeren van multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek, prospectieve dataregistratie en auditing (onder andere in de DPCA), verzameling van biomaterialen in de PancreasParel en door bij- en nascholing. In een internationaal artikel is beschreven op welke manier de DPCG haar krachten bundelt en functioneert als multidisciplinair en multicenter orgaan, zodat deze unieke samenwerking als voorbeeld gebruikt kan worden.¹
Pancreas audit
De DPCA verzamelt gegevens over patiënten die geopereerd worden in verband met een tumor van de alvleesklier, een tumor in de periampullaire regio (distale galweg, twaalfvingerige darm, papil van Vater) of vanwege een alvleesklierontsteking. De DPCG Wetenschappelijke Commissie beoordeelt studievoorstellen met gebruik van bestaande data (DPCA, Patient Reported Outcome Measures, Nederlandse Kankerregistratie, PancreasParel data en samples) en coördineert verschillende wetenschappelijke activiteiten.
Impact wetenschappelijke samenwerking
Na de oprichting van de DPCG Wetenschappelijke Commissie in 2015, werden in 2016 de eerste studievoorstellen voor het gebruik van retrospectieve data vanuit onder andere de DPCA ingediend en beoordeeld. Sindsdien heeft een enorme groei plaatsgevonden in het aantal studievoorstellen (figuur 1). Dit heeft geleid tot een grote wetenschappelijke output; op dit moment zijn er 61 DPCG publicaties verschenen waarvan 13 artikelen met gebruik van retrospectieve data.
Daarnaast heeft de wetenschappelijke samenwerking tussen verschillende ziekenhuizen en specialismen binnen de DPCG-gelieerde zorginstellingen de mogelijkheid geboden voor het uitvoeren van verschillende gerandomiseerde trials. Momenteel zijn vier gerandomiseerde trials voltooid (PREOPANC-1, LEOPARD-1 en -2, en CPR) en vier actief (PACAP-1, PELICAN, PORSCH en PREOPANC-2).
Figuur 1. Aantal studievoorstellen ingediend bij de DPCG wetenschappelijke commissie.
Wetenschappelijke uitkomsten in de dagelijkse praktijk
De DPCA fungeert in Nederland naast kwaliteitsaudit ook als reflectie van de wetenschappelijke uitkomsten in de praktijk van de DPCG-gelieerde zorginstellingen. Een voorbeeld hiervan is dat in internationale literatuur werd gezien dat neoadjuvante behandeling voor patiënten die een operatie ondergaan in verband met (borderline) resectabele alvleesklierkanker kan leiden tot overlevingswinst. Derhalve wordt in Nederland momenteel in de landelijke PREOPANC-2 trial onderzocht of preoperatieve chemotherapie met FOLFIRINOX de overleving verbetert vergeleken met preoperatief chemoradiotherapie in deze patiëntengroep.²-⁴. De impact van deze trial wordt in de DPCA teruggezien door een stijging in het gebruik van neoadjuvante behandeling in studieverband bij patiënten die een resectie ondergingen vanwege alvleesklierkanker (figuur 2).
Figuur 2. Percentage patiënten dat een resectie onderging vanwege een pancreascarcinoom en preoperatief chemo(radio)therapie hadden.
Minimaal invasieve pancreaschirurgie
Een ander voorbeeld van de wetenschappelijke samenwerking binnen de DPCG is de LEOPARD-2 trial, waarin chirurgische uitkomsten werden vergeleken tussen laparoscopische versus open pancreatoduodenectomie (waarbij de pancreaskop, twaalfvingerige darm en galblaas wordt verwijderd). In deze trial werd geconstateerd dat de laparoscopische pancreatoduodenectomie niet geassocieerd was met voordeel en mogelijk tot meer complicaties en zelfs mortaliteit leidde.⁵ De impact van de studie is terug te zien in de DPCA, waarin een abrupte daling te zien is van het aantal laparoscopische pancreatoduodenectomieën (figuur 3). Dit in tegenstelling tot de pancreasstaartresecties, waar in de gerandomiseerde LEOPARD-1 trial juist betere uitkomsten gevonden werden bij laparoscopische staartresecties ten opzichte van de open staartresecties.⁶ Dit was wereldwijd de eerste gerandomiseerde trial naar dit onderwerp en heeft geresulteerd in een toename van de minimaal invasieve benadering.
Figuur 3. Aantal laparoscopische pancreas resecties per jaar
Trainingsprogramma
De afgelopen jaren is door de DPCG ook een landelijk trainingsprogramma voor robot-geassisteerde pancreatoduodenectomieën operatie (LAELAPS-3) uitgevoerd om te komen tot een veilige implementatie van de operatie in ziekenhuizen die tenminste 50 pancreatoduodenectomieën per jaar doen.⁷ De DPCA weerspiegelt dit door een toenemend aantal robot-geassisteerde operaties per jaar (figuur 4).
Figuur 4. Aantal robot-geassisteerde pancreas resecties per jaar
Hieronder kunt u inloggen en gegevens invoeren.