Skip to main content
Jaarrapportage 2019

DMTR

DMTR Melanoom

 

Dutch Melanoma treatment registry

Vanwege de introductie van adjuvante behandelingsopties bij resectabel melanoom, worden sinds juli 2019 ook patiënten met stadium III melanoom geregistreerd in de Dutch Melanoma Treatment Registry (DMTR). Door inzicht in de diagnostiek en behandeling van deze patiënten in de dagelijkse praktijk hopen we ook in deze groep de zorg te verbeteren en hun behandeling verder te optimaliseren.

Registratie van adjuvante patiënten
Naar verwachting zullen tussen de 600 en 1000 patiënten per jaar geregistreerd worden die in aanmerking komen voor adjuvante behandeling. Hiermee maken we inzichtelijk hoe de ziekte verloopt, bij wie de adjuvante therapie wordt toegepast en wat de complicaties zijn van de chirurgie en de geneesmiddelen die ingezet worden in dit stadium. Tevens kunnen we zien hoeveel recidieven er optreden, mogelijk al tijdens de behandeling. Ook kan de invloed van adjuvante behandeling op de effectiviteit van de middelen die ingezet worden bij de behandeling van stadium IV melanomen worden geëvalueerd. Daarnaast zullen we met deze data analyseren bij hoeveel patiënten afgezien wordt van adjuvante behandeling en wat daar de reden voor is.
Verder willen we meer inzicht krijgen in de overleving van stadium III patiënten, zoals we dat reeds hebben bij irresectabel stadium IIIc en IV patiënten [figuur 1].

Figuur 1. Kaplan-Meier overlevingscurves van systemisch behandelde patiënten in een melanoomcentra met uitgezaaid huidmelanoom.

 

uitkomstinformatie voor patiënten met gemetastaseerd Melanoom

Verschil clinical trials en dagelijkse praktijk
In de afgelopen jaren zijn er veel nieuwe geneesmiddelen op de markt gekomen voor patiënten met gemetastaseerd melanoom. Hoewel de studies veelbelovend zijn en een goede effectiviteit laten zien, gelden er strenge in- en exclusiecriteria voor deze studies. Daardoor is een groot deel (44%) van de patiënten uit de dagelijkse praktijk niet in deze studies vertegenwoordigd. Vaak wordt gedacht dat deze patiënten ook een kleinere kans op effect van behandeling hebben, maar of dit werkelijk zo is, is niet bekend.

Uitkomstinformatie DMTR
Alle gediagnosticeerde gemetastaseerde melanoompatiënten in Nederland worden geregistreerd in de DMTR. Ook vindt een follow-up van deze patiënten plaats. Hierdoor konden patiënten die niet voor studiedeelname in aanmerking zouden komen, maar in de dagelijkse praktijk wel behandeld worden met deze nieuwe geneesmiddelen, goed in beeld gebracht worden. Met uitkomsten uit de DMTR hebben we inzichtelijk kunnen maken wat de overleving van 1.215 van deze patiënten is en welke factoren een belangrijke rol spelen in de overleving.

Individuele patiëntinformatie
De analyse van deze 1.215 patiënten leidde tot verschillende subgroepen van patiënten met verschillende prognostische factoren en een verschil in overleving [figuur 2]. Zo hebben bijvoorbeeld patiënten jonger dan 55 jaar, met normaal LDH, een ECOG-PS score van 0, ondanks symptomatische hersenmetastasen een mediane overleving van 16 maanden (subgroep 1). Met behulp van deze informatie kan de individuele patiënt samen met de medisch oncoloog bekijken wat de uitkomsten waren van andere ‘gelijkwaardige’ patiënten, hetgeen een belangrijke bijdrage kan leveren aan het proces van ‘samen beslissen’ (shared decision making).

Figuur 2. Overleving van subgroepen patiënten die niet in aanmerking komen voor studiedeelname.

 

Onderzoek gebaseerd op de DMTR

De verzamelde data van de DMTR wordt al sinds de start van de registratie veel gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Een van de onderzoeken gebaseerd op data uit de DMTR heeft voor het eerst inzicht verschaft in het effect dat afweerremmende middelen hebben op de overleving van melanoompatiënten die met immuuntherapie behandeld worden.¹

Bijwerkingen, behandeling van bijwerkingen en overleving
Sommige patiënten die behandeld worden met immuuntherapie zoals checkpoint remmers krijgen ernstige bijwerkingen. Deze bijwerkingen worden behandeld met prednison. Als dit onvoldoende effect heeft worden andere afweerremmende middelen zoals infliximab (anti-TNF) gegeven. Tot nu toe was niet bekend of dit het effect van de immuuntherapie beïnvloedde.

Voor het onderzoek zijn gegevens van alle 1250 patiënten uit de DMTR die immuuntherapie met checkpoint remmers kregen geanalyseerd. Patiënten met ernstige bijwerkingen bleken een betere overleving te hebben dan patiënten zonder ernstige bijwerkingen (mediane overleving van 23 maanden tegenover 15 maanden). Wanneer echter voor de bijwerkingen naast prednison, ook infliximab werd gegeven, werd dit positieve effect grotendeels teniet gedaan (mediane overleving 17 maanden)[figuur 3].
Door de gegevens uit de DMTR kon dit voor het eerst worden onderzocht in een grote patiëntengroep.

Blik op de toekomst
De resultaten van bovenstaand onderzoek kunnen van belang zijn voor patiënten met andere vormen van kanker die met immuuntherapie behandeld worden. Het onderzoek onderstreept hoe waardevol DMTR-data is. Verder onderzoek is nodig over wat de beste manier is om bijwerkingen van immuuntherapie te bestrijden.

Figuur 3. Invloed van behandeling van immuuntherapie gerelateerde bijwerkingen op overleving.

 

Basistabel DMTR

Referenties DMTR

  1. Verheijden RJ, May AM, Blank CU, Aarts MJB, van den Berkmortel FWPJ, van den Eertwegh AJM, de Groot JWB, Boers-Sonderen MJ, van der Hoeven JJM, Hospers GA, Piersma D, van Rijn RS, Ten Tije A, van der Veldt AA, Vreugdenhil G, van Zeijl MCT, Wouters MWJM, Haanen JBAG, Kapiteijn E, Suijkerbuijk KP. Association of anti-TNF with decreased survival in steroid refractory ipilimumab and anti-PD1 treated patients in the Dutch Melanoma Treatment Registry. Clin Cancer Res. 2020 Jan 27. pii: clincanres.3322.2019. doi: 10.1158/1078-0432.CCR-19-3322. [Epub ahead of print]