Skip to main content
Jaarrapportage 2019

DLCA

DLCA Longkanker

Stereotactische bestraling bij 80-plussers met longkanker

Start van stereotaxie in Nederland
Sinds 2003 bestaat in Nederland de mogelijkheid om stereotactische bestraling (SBRT) bij vroeg stadium niet-kleincellig longkanker te ondergaan. In enkele fracties wordt met hoge precisie, beeldgestuurd, een hoge dosis radiotherapie gegeven op de tumor, terwijl het gezonde weefsel er om heen wordt gespaard. Dit zorgt voor weinig bijwerkingen en is een zeer effectieve behandeling. Voor patiënten met een vroeg stadium longkanker is SBRT daarom een goede behandeloptie.

Successen van stereotaxie
Binnen alle leeftijdscategorieën van patiënten met vroeg stadium niet-kleincellig longkanker (klinisch stadium IA en IB) is er bijna een verviervoudiging van het absoluut aantal patiënten dat tussen 2015 en 2019 een SBRT-behandeling onderging. Circa 25% van deze patiënten heeft een WHO performance status van 2 of hoger, hetgeen betekent dat men niet meer in staat is om enige werkactiviteit uit te voeren en dus een sterk verminderde conditie heeft. Desondanks, is de toxiciteit en mortaliteit binnen 90 dagen na deze behandeling erg laag. In de 80-plus groep had slechts 3,1% een acute toxiciteit graad 3 of hoger binnen 90 dagen na radiotherapie en de mortaliteit binnen 90 dagen na radiotherapie was 1,5%.

Zorgevaluatie in de toekomst
Niet alleen voor ouderen, maar ook voor patiënten met een verminderde conditie, biedt SBRT uitkomst in de curatieve behandeling van vroeg stadium longkanker. In de toekomst zal ook de lange-termijn overleving van de patiënten die met SBRT behandeld werden, op basis van een Vektis-koppeling, in de DLCA geëvalueerd kunnen worden.

Figuur 1. Patiënten die stereotaxie hebben ondergaan wegens vroeg-stadium niet-kleincellig longkanker tussen 2015 en 2019.

Chirurgie bij 80-plussers met longkanker

Een hoge leeftijd alleen is geen reden om een patiënt met longkanker niet te opereren. De afgelopen jaren wordt er, middels analyse van de DLCA-S, een gelijkblijvend absoluut aantal 80-plussers met longkanker geopereerd. Dit aantal werd relatief wel kleiner, gezien de stijging in het aantal 80-plussers dat stereotactisch bestraald werd voor een vroeg stadium longkanker. Van de 10.719 patiënten met longkanker die de afgelopen vijf jaar een longresectie hebben ondergaan, bleken 550 patiënten ouder dan 80 jaar.

Minder vaak inductietherapie
Naarmate de leeftijd toeneemt, hebben patiënten vaker een slechtere ECOG performance score van 2 of hoger, dit varieert van 3,3% bij patiënten onder 65 jaar tot 7,0% bij de 80-plussers. Er worden resecties uitgevoerd bij 80-plussers met alle stadia longkanker. 78% van alle operaties werd minimaal invasief (thoracoscopisch of middels de robot) uitgevoerd. Bij 80-plussers wordt minder vaak een inductiebehandeling (chemotherapie, radiotherapie of een combinatie) voor operatie gegeven dan bij de jongere populatie (<65 jaar), respectievelijk bij 0,9 en 9,8% van de patiënten. Postoperatieve complicaties werden bij 40% van de 80-plussers gezien, terwijl 31% van de patiënten onder 65 jaar complicaties kreeg. De 30-dagen postoperatieve mortaliteit bij 80-plussers was 5,3% versus 1,0% bij patiënten onder de 65 jaar.

Sluit de oudere patiënt niet uit
De groep oudere patiënten dient niet, louter op basis van leeftijd, uitgesloten te worden van een chirurgische resectie, al dan niet voorafgegaan door inductiebehandeling. Zeker als er weinig behandelingsalternatieven zijn, kan een chirurgische behandeling bij een 80-plusser van grote waarde zijn, mits er een goede patiëntenselectie en gezamenlijke besluitvorming plaatsvindt.

Figuur 2. Patiënten die een longresectie hebben ondergaan wegens (verdenking) longkanker tussen 2015 en 2019.

Immuuntherapie bij oudere longkankerpatiënten

De afgelopen jaren heeft een enorme groei plaatsgevonden in het aantal patiënten met niet-kleincellig longkanker (NSCLC) dat behandeld wordt met immuuntherapie. Deze nieuwe middelen zijn in de randomised controlled trials onderzocht in homogene patiëntenpopulaties met strenge in- en exclusiecriteria. Het is echter niet duidelijk hoe deze behandelingen in de dagelijkse praktijk worden ingezet en of oudere patiënten dezelfde behandeling krijgen als jongere patiënten.

Landelijke registratie
De DLCA-L, de subregistratie die zich focust op de systemische, ofwel medicamenteuze behandeling van longkanker patiënten, groeit elk jaar. In 2019 registreerden nagenoeg alle Nederlandse ziekenhuizen, alle door hen behandelde longkankerpatiënten in de DLCA-L. Hierdoor kunnen we de zorg in ‘the real-world’, ofwel de dagelijkse praktijk, inzichtelijk maken en ziekenhuizen een terugkoppeling geven over de inzet van immuuntherapie bij specifieke subgroepen, zoals de oudere patiënt.

Immuuntherapie bij ouderen
In 2019 zijn er 5.470 stadium IV NSCLC patiënten geregistreerd in de DLCA-L. Hiervan kreeg 66% een actieve behandeling en 34% best supportive care. In figuur 3 is de inzet van immuuntherapie in verschillende leeftijdscategorieën van stadium IV NSCLC patiënten te zien. Oudere patiënten hebben vaker een slechtere conditie, 44% van de 75-plussers had een ECOG performance score ≥2, ten opzichte van 24% van de patiënten onder die leeftijd. Als we echter kijken naar de 75 plussers met een goede conditie (ECOG-PS<1), dan ontvingen die even vaak immuuntherapie als de jongere patiënten.

Inzicht
Door middel van de DLCA-L kunnen we inzichtelijk maken dat oudere leeftijd voor de inzet van immuuntherapie geen contra-indicatie is en de oudere patiënt nagenoeg dezelfde behandeling aangeboden krijgt, indien de conditie dit toelaat.

Figuur 3. De inzet van immuuntherapie bij stadium IV NSCLC patiënten met een ECOG PS ≤1 over verschillende leeftijden.

Tabel 1.DLCA-R Stereotaxie bij vroeg-stadium longkanker

 

Tabel 2.DLCA-S Longkankerchiurgie

 

Tabel 3.DLCA-L Longkankerchiurgie