Skip to main content
Jaarrapportage 2019

DHFA

DHFA  Heupfracturen

 

Heeft de DHFA al impact gemaakt?

2019 was het derde volledige registratiejaar van de Dutch Hip Fracture Audit (DHFA). Dit jaar zijn er 15.352 patiënten met een heupfractuur geregistreerd. Dit is een verbetering ten opzichte van de 13.921 patiënten in 2018 en 11.515 in 2017, en is 88% van het geschatte totaal van ruim 17.500 patiënten met een heupfractuur per jaar in Nederland.1 Zesenzestig ziekenhuizen namen deel aan de registratie.

De audit wordt volwassener. De DHFA gaat van de initiatiefase langzaam over in een tweede fase: een inzichtfase. De eerste inzichten in variatie in structuur, processen en uitkomsten zijn verkregen en compleetheid nadert het maximum. In de eerste fase is al veel bereikt: de indicatoren van de Inspectie (IGJ) en het Zorginstituut (ZINL) zijn opgenomen in de DHFA en er is meer uniformiteit in geriatrische medebehandeling. De grootste impact op kwaliteit van zorg zal waarschijnlijk worden gemaakt in de derde fase: de sturingsfase. Hierop bereidt de DHFA zich op dit moment voor.

In figuur 1 wordt per ziekenhuis in Nederland het aantal geregistreerde patiënten per jaar weergegeven. Te zien is dat het aantal registrerende ziekenhuizen is toegenomen evenals het aantal geregistreerde patiënten per ziekenhuis.

Figuur 1. Het aantal geregistreerde patiënten per jaar per ziekenhuis in Nederland.

 

De impact van case-mix op resultaten in de DHFA

 

Afhankelijk van de omwonende populatie of hun verwijzingsfunctie kunnen Nederlandse ziekenhuizen een andere mix aan patiënten hebben voor wat betreft hun leeftijd, comorbiditeiten of sociaal economische situatie. Zo kan het voorkomen dat het ene ziekenhuis relatief jonge en gezonde patiënten met een gebroken heup behandelt waar een ander ziekenhuis juist oudere patiënten met een uitgebreidere medische voorgeschiedenis behandelt. De laatstgenoemde patiënten, de kwetsbare ouderen, hebben vaak een grotere kans op complicaties of overlijden na de operatie, waardoor dit laatste ziekenhuis logischerwijs slechtere resultaten zal laten zien als men kijkt naar opnameduur of sterftecijfers. In feite vergelijk je ‘appels met peren’.

Mobiliteitsniveau
Om ziekenhuizen eerlijk te vergelijken is het nodig rekening te houden met ‘case-mix factoren’. Voor heupfracturen zijn dit niet alleen leeftijd, geslacht en bijkomende ziekten, maar bijvoorbeeld ook de mobiliteit voorafgaande aan de fractuur. Als iemand vooraf reeds liep met een rollator, is het bereiken van datzelfde mobiliteitsniveau wellicht het best haalbare. Case-mix correctie is het corrigeren voor dergelijke karakteristieken van de patiëntpopulatie die niet beïnvloedbaar zijn door de geleverde zorg.

Hoe werkt case-mix correctie?
Op basis van de case-mixfactoren in de gehele populatie kan berekend worden welke invloed die factoren hebben op het al dan niet realiseren van de (on)gewenste uitkomst (‘expected-value’). Door het aantal daadwerkelijke geobserveerde aantal keren dat de (on)gewenste uitkomst (‘observed-value’) voorgekomen is te delen door de ‘expected value’, krijgt men de Observed/Expected waarde (O/E). Door de O/E-waarde van ziekenhuizen te gebruiken voor benchmarking kun je appels met appels vergelijken en peren met peren.

Case-mix correctie voor de DHFA
Zoals in dit hoofdstuk staat beschreven, is de patiëntenpopulatie met een heupfractuur zeer heterogeen waardoor het toepassen van een case-mix correctie in de DHFA nog eens extra belangrijk is. De registratie bevat nu genoeg data om een dergelijk model te kunnen maken.

Allereerst zal in de bestaande internationale literatuur moeten worden gekeken naar wat voorspellende patiëntkarakteristieken zijn voor bepaalde uitkomsten. Daarna zal de data van de DHFA worden geanalyseerd om te beoordelen of dat bij de in de DHFA geregistreerde patiënten ook daadwerkelijk zo is. Indien we ook hier hetzelfde verband zien kan een patiëntkarakteristiek in het case-mix correctiemodel worden meegenomen, zo kunnen we uiteindelijk nog eerlijker de uitkomsten van ziekenhuizen vergelijken.

 

Impact van de DHFA in de toekomst

 

Er lopen op dit moment drie door de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS) gesubsidieerde projecten bij de DHFA, welke allen een bijdrage zullen leveren aan de impact die de DHFA in de toekomst kan gaan hebben.

Impact op de registratielast – EPD zorgpad Heupfractuur
De registratielast in de zorg is een onderwerp dat steeds meer aandacht krijgt. Om registratie aan de bron in de elektronische patiëntendossiers (EPD) in de ziekenhuizen voor de DHFA te kunnen realiseren, wordt gewerkt aan een landelijk “EPD zorgpad heupfractuur”; dossiervoering volgens een eenduidig format, zodat ook de DHFA-variabelen zonder extra administratieve handelingen uit het EPD gehaald worden voor gebruik in de kwaliteitsregistratie.

Impact op uitkomsten – PROMS in de keten
Een PROM is een patiënt gerapporteerde uitkomstmaat. De patiënt geeft hiermee aan wat hij of zij bijvoorbeeld van het eigen functioneren na de operatie vindt. Voor patiënten met een heupfractuur wordt in dit project een specifieke vragenlijst ontwikkeld voor patiënten, zodat de juiste vragen gesteld kunnen worden aan deze doorgaans oudere patiëntencategorie.

Impact op de kwaliteit van zorg – Taskforce Indicatoren
Uit de DHFA kunnen zowel indicatoren voor het ZINL en de IGJ worden berekend. In dit project wordt gewerkt aan het ontwikkelen van nieuwe indicatoren die moeten voldoen aan vier criteria: klinisch relevant, wetenschappelijk aanvaardbaar, haalbaar en bruikbaar.2-4 Textbook Proces is bijvoorbeeld een nieuwe indicator die zich in de testfase bevindt. Dit is een samengestelde maat van meerdere bestaande procesindicatoren die samen meer informatie geven dan iedere indicator apart.

Basistabel DHFA

Referenties DHFA

  1. LNAZ – Landelijke Trauma Registratie 2018.
  2. Voeten SC, Krijnen P, Voeten DM, Hegeman JH, Wouters MWJM, Schipper IB. Quality indicators for hip fracture care, a systematic review. Vol. 29, Osteoporosis International. Springer London; 2018. p. 1963–85.
  3. Dimick JB. What makes a “good” quality indicator? Vol. 145, Archives of Surgery. American Medical Association; 2010. p. 295.
  4. Patwardhan M, Fisher DA, Mantyh CR, McCrory DC, Morse MA, Prosnitz RG, et al. Assessing the quality of colorectal cancer care: Do we have appropriate quality measures? (A systematic review of literature). J Eval Clin Pract. 2007 ;13(6):831–45.