Skip to main content
Jaarrapportage 2018

DPARD

Diabetes mellitus

De DPARD (Dutch Pediatric and Adult Registry of Diabetes) registreert sinds november 2017 verscheidene proces- en uitkomstindicatoren van patiënten met diabetes mellitus type 1 en type 2 van alle leeftijden behandeld in de tweede of derde lijn in Nederland.

Meer inzicht in patiëntenpopulatie
Met een stijgende prevalentie van 1,2 miljoen patiënten en zorgkosten van 1,6 miljard euro vormt diabetes mellitus een van de voornaamste chronische aandoeningen van deze tijd. Een substantieel deel van deze patiënten met diabetes wordt behandeld in een ziekenhuis. Hoeveel kinderen en volwassenen het exact betreft en wat hun karakteristieken zijn, is tot op heden onduidelijk. DPARD wil antwoord geven op deze vragen. In de loop van 2018 is het aantal geïncludeerden in de database gestegen van 4.925 naar 12.419 patiënten [Figuur 1].

Figuur 1: Inclusie van diabetespatiënten in DPARD

Verbetering kwaliteit van zorg

DPARD verkeert in de eerste fase van het verzamelen van informatie over cardiovasculaire risicofactoren, prevalentie van complicaties, multimorbiditeit en effecten van behandeling. Voorbeelden zijn bloeddruk, gewicht, Simm’s classificatie, HbA1c, cholesterol en nierfunctie. Te zijner tijd zullen data over medicatie hieraan worden toegevoegd. Medio 2018 is een eerste verkenning van de gemiddelde HbA1c binnen de eerste 5 zorginstellingen uitgevoerd. Een meerderheid van patiënten had een HbA1c onder 60 mmol/mol [Figuur 2]. Het gemiddelde van alle patiënten samen was HbA1c 63,2 mmol/mol (SD 17,8 mmol/mol).

Ruimte voor innovatie
Uitbreiding van DPARD zal de kwaliteit en doelmatigheid van de diabeteszorg vergroten, maar hier blijft het niet bij. Wanneer de set van klinische parameters is uitgekristalliseerd, kunnen deze verrijkt gaan worden met patiënt-gerapporteerde uitkomsten. Ook kan DPARD als dashboard een bijdrage gaan leveren aan besluitvorming in de spreekkamer. Tenslotte kunnen middels DPARD innovatieve methoden snel en efficiënt worden getoetst.

Figuur 2: HbA1c < 60 mmol/mol per zorginstelling (n=5)