In de Dutch ColoRectal Audit (DCRA) zijn er de afgelopen jaren aanzienlijke verbeteringen zichtbaar voor enkele belangrijke uitkomsten voor darmkanker patiënten. In 2018 wordt er een daling gezien van gecompliceerd beloop na colonresectie t.o.v. 2011: van 21% patiënten met ernstige complicaties naar nu 15%. De ernstige complicaties na rectumresectie tonen een vergelijkbare afname van 5%.In dezelfde periode werd er aanzienlijke afname gezien in het aantal patiënten waarbij na rectumresectie de Circumferentiële Resectie Marge (CRM) tumorpositief was: in 2011 8% en in 2018 4,5% [Figuur 1].
Behandelingskeuzes
De daling in het percentage CRM positieve endeldarmoperaties kan veroorzaakt zijn door verbeterde diagnostiek voorafgaand aan de operatie. Met MRI kan er een betere inschatting gemaakt worden van welke behandeling het meest geschikt is voor de individuele patiënt. Er kan zelfs voor gekozen worden om een patiënt niet te opereren, maar te behandelen met chemoradiotherapie (CRT), ook wel “watch and wait” strategie genoemd.1 Verder kan de toename in het laparoscopisch opereren, al dan niet met de robot, de betere uitkomsten verklaren.2
Meer zicht op geleverde zorg
In het tienjarig bestaan van de DCRA hebben we meer inzicht gekregen in de zorg voor darmkanker patiënten in Nederland. Met de introductie van het ‘Codman-dashboard’ zijn de uitkomsten van de DCRA nog beter inzichtelijk geworden voor zorgverleners, omdat zij zelf selecties van patiëntengroepen en uitkomsten kunnen maken in de beschikbare data. Zo kunnen zij zelfs teruggaan naar individuele patiënten, behandeld in hun kliniek, om te leren van het traject dat die patiënten doorlopen hebben.
Figuur 1: Tumorpositieve Circumferentiële Resectie Marge na rectumresectie
Met gegevens uit de DCRA worden uitkomsten van patiënten met dikke darmkanker inzichtelijk en kunnen nieuwe behandelingsstrategieën geëvalueerd worden.Nieuwe techniek
De uitkomsten van patiënten die de nieuwe chirurgische ingreep Transanale Totale Mesorectale Excisie (TaTME) ondergingen werden vergeleken met de conventionele laparoscopische TME [Figuur 2].3
In totaal werden er in elke groep 396 overeenkomstige patiënten geanalyseerd. Het aantal tumorpositieve CRM-gevallen was vergelijkbaar tussen de twee ingrepen: 4,3% bij TaTME en 4,0% bij lapTME. Ook het naadlekkagepercentage was niet significant verschillend: respectievelijk 17% versus 12%. Het conversiepercentage was lager voor TaTME (1,5% vs. 8,6%). Deze uitkomsten laten zien dat deze nieuwe techniek in een relatief korte periode tot vergelijkbare korte termijn resultaten leidt en een goed alternatief is voor de gangbare laparoscopische TME.
Snapshot studie
De DCRA registreert zijn follow-up gegevens sinds 2018 tot 90 dagen postoperatief. Echter voor specifieke onderzoeksvragen zijn lange termijn uitkomsten zoals overleving belangrijk. Met een Snapshot studie is het mogelijk om deze aanvullende gegevens toe te voegen aan de DCRA.4
Spoedoperatie of tijdelijke stent of stoma
Patiënten met een obstruerende darmtumor worden veelal behandeld middels een spoedoperatie, echter gaat dit vaak gepaard met ernstige complicaties met mogelijk sterfte tot gevolg. Alternatieve behandelingen zijn het plaatsen van een stent of aanleggen van een ontlastend stoma. Uit DCRA Snapshot onderzoek blijkt dat een stent of een ontlastend stoma goede tijdelijke opties zijn, met name voor kwetsbare patiënten zoals ouderen. Ook kunnen patiënten in de tijd tot aan de definitieve operatie in betere conditie komen en eventueel voorbehandeld worden met bijvoorbeeld chemoradiotherapie.5
Figuur 2: Transanale Totale Mesorectale Excisie versus laparoscopische TME in Nederland
Sinds 2013 worden binnen de DCRA PROMs en PREMs verzameld. Op dit moment worden 3 verschillende vragenlijsten gebruikt, EORTC-QLQ-C30, EORTC-QLQ-CR29 en de PREM Oncologie, welke op verschillende meetmomenten ingevuld worden door de patiënt.PROMs en klinische DCRA data
In 2018 zijn PROMs en klinische DCRA data gekoppeld om PROMs data beter te kunnen interpreteren. Uit de gekoppelde data blijkt dat patiënten gemiddeld een positiever lichaamsbeeld hebben voor de operatie dan na de operatie [Figuur 3]. Ook hebben patiënten die een open operatie hebben ondergaan gemiddeld een lagere score dan patiënten die een laparoscopische operatie hebben ondergaan.
Nieuw project
Uit een evaluatie is gebleken dat de huidige vragenlijsten te lang zijn en hierdoor een te grote belasting vormen voor de patiënt. Daarnaast sluiten de gevalideerde lijsten onvoldoende aan bij het zorgproces, waardoor de resultaten in beperkte mate gebruikt kunnen worden in de spreekkamer als keuze informatie. Om deze redenen wordt een project gestart om te komen tot een kortere uitvraag van de PROMs/PREMs die aansluiten bij het zorgproces. Het doel is om de resultaten van de korte vragenlijst te tonen op het Codman dashboard. Op deze manier kan bijvoorbeeld de kwaliteit van leven van de patiënt per type behandeling inzichtelijk worden en ontstaat een geïntegreerd beeld van de kwaliteit van zorg. Deze informatie helpt zowel de arts als patiënt bij het maken van een gezamenlijke keuze tussen verschillende behandeltrajecten. Verder past dit project in de landelijke ambitie om meer uitkomstinformatie in de medisch-specialistische zorg beschikbaar te maken.
Figuur 3: Gemiddelde score lichaamsbeeld van patiënten rondom colorectale operatie
Hieronder kunt u inloggen en gegevens invoeren.