Skip to main content

Verbeteringen zorgproces bij borstkanker

Sinds 2011 worden jaarlijks ruim 16.000 borstkanker patiënten geregistreerd in de NBCA, waardoor de NBCA-database nu ruim 105.000 patiënten bevat. In dit hoofdstuk bespreken we een aantal trends in kwaliteitsindicatoren binnen de NBCA [figuur 1].

Indicator pre- én postoperatief multidisciplinair overleg
Multidisciplinair overleg draagt bij aan betere besluitvorming rondom de behandeling van borstkanker. De indicator ‘percentage patiënten met borstkanker dat pre- én postoperatief is besproken in een multidisciplinair overleg’ laat een stabiel hoog landelijk gemiddelde zien. Het landelijk gemiddelde is gestegen van 95% in 2012 naar 98% in 2017.

Indicator direct reconstructie na ablatieve operatie
Een patiënt met een wens tot borstreconstructie blijft een tweede operatie bespaard als de reconstructie tegelijkertijd gebeurt met de ablatio. Het gemiddelde landelijke percentage patiënten met invasieve borstkanker dat een directe reconstructie onderging na ablatio is gestegen van 16% in 2012 naar 26% in 2017. Het landelijk percentage patiënten met ductaal carcinoom in situ (DCIS) dat een directe reconstructie onderging na ablatio is gestegen van 40% in 2012 naar 48% in 2017. Als interne ontwikkel indicator wordt vanaf 2019 gekeken naar het percentage patiënten dat een ablatio ondergaat en dat preoperatief een consult bij de plastische chirurgie heeft gehad.

Indicator radiotherapie bij lokaal uitgebreide borstkanker
Patiënten met lokaal uitgebreide (stadium 3) borstkanker zouden volgens de borstkanker richtlijn in de meeste gevallen radiotherapie moeten krijgen. Deze indicator stijgt sinds 2012 van 68% in 2012 naar 78% in 2016.

De NBCA zal samen met NABON in de borstkankermaand oktober een rapport uitbrengen, waarin de indicatoren uitgebreider worden belicht.

Verbetering met inzichten uit kwaliteitsonderzoek

De NBCA-database kan gebruikt worden voor wetenschappelijk kwaliteitsonderzoek (https://dica.nl/nbca/onderzoek). De NBCA wetenschappelijke commissie heeft enkele onderzoeksvragen beantwoord rondom de oorzaak van variatie. Met bijvoorbeeld vragenlijsten aan patiënten is getracht de mogelijke oorzaak van de variatie in beeld te brengen. In 2017 zijn 3 artikelen (zie tabel 1) gepubliceerd met de volgende resultaten:

Artikel I:
Er wordt tussen 2011 en 2015 een toename gezien van het landelijk gemiddelde in het uitvoeren van een biopsie als okselklier stadiëring van 72% naar 93%, daarnaast werd er een afname gezien van een lymfeklierdissectie van 24% naar 6% bij cN0M0 patiënten. Ondanks deze positieve resultaten zien we nog variatie tussen de ziekenhuizen bij patiënten met cT1-2N0 borstkanker.

Artikel II:
Er is een grote variatie tussen ziekenhuizen in het percentage patiënten dat zij behandeld hebben met een directe borstreconstructie na ablatio voor zowel DCIS (0-80%) als invasief mammacarcinoom (0-62%) in de periode tussen 2011 en 2014. Behandeling in een kanker specifiek ziekenhuis, een hoger aantal plastisch chirurgen werkzaam in het ziekenhuis en de aanwezigheid van een plastisch chirurg in het multidisciplinaire teamoverleg was geassocieerd met een hoger percentage directe reconstructies.

Artikel III:
Er is een stabiel hoog landelijk gemiddelde in het gebruik van neo-adjuvante chemotherapie (NAC) van 79%, maar een grote variatie in het gebruik van NAC tussen ziekenhuizen (0-100%) bij patiënten met stadium 3 borstkanker tussen 2011 en 2015. Patiënt-, tumor- en behandelkarakteristieken lijken deze grote variatie niet te kunnen verklaren. Een toename van NAC gebruik in de dagelijkse praktijk werd meer gezien in ziekenhuizen die deelnamen aan NAC-studies.

Focus
Wetenschappelijk onderzoek met gegevens uit de NBCA leidt tot inzichten in variatie van zorg die de audit helpen om zich te focussen op specifieke verbeteringen in de borstkankerzorg. 

Internationale vergelijking

Een vergelijking van borstkankerregistraties tussen twee landen heeft de potentie om tot nieuwe inzichten te komen en aanknopingspunten voor verbetering te identificeren om zo de borstkankerzorg verder te verbeteren. In dit hoofdstuk beschrijven we een eerste vergelijking tussen Nederland en Denemarken.

Opzet registraties
In Denemarken wordt door de Danish Breast Cancer Cooperative Group (DBCG) de borstkankerzorg sinds 1977 geregistreerd en sinds 2006 jaarlijks teruggekoppeld aan de ziekenhuizen. In Nederland wordt dit sinds 2011 gedaan door de NBCA. Beide multidisciplinaire registraties zijn verplicht voor alle ziekenhuizen die borstkankerpatiënten behandelen. Jaarlijks worden er in de DBCG ruim 3.800 nieuwe patiënten met invasieve tumoren geregistreerd. In de NBCA worden jaarlijks ruim 16.000 nieuwe borstkankerpatiënten (14.000 invasief en 2.200 DCIS) geregistreerd. Men moet hierbij bedenken dat Denemarken minder inwoners heeft (5,7 miljoen).

Borstcontour sparende behandeling bij laag stadium invasief borstkanker
In Nederland is vorig jaar een nieuwe indicator geïntroduceerd: borstcontoursparende behandeling. Deze behandeling bestaat uit 3 varianten; 1. Primair sparende behandeling (= operatie plus bestraling) 2. Sparende behandeling na neo-adjuvante behandeling 3. Ablatio met directe reconstructie.

In Nederland lag in 2012 het percentage patiënten met een laag stadium (T0-2N0-1M0) borstkanker dat een borstcontoursparende behandeling onderging lager dan in Denemarken (69% versus 76%). Echter in 2016 was het percentage vergelijkbaar met Denemarken: 76%. De spreiding tussen de ziekenhuizen lag in 2016 in Denemarken tussen de 67% en 86% ten opzichte van 53% en 92% in Nederland. Nader diepteonderzoek in Denemarken zal moeten uitwijzen wat de oorzaak is van dit verschil.

Basistabel NBCA 1A

Basistabel NBCA 1B

Basistabel NBCA 1C

Basistabel NBCA 1D

Indicatorentabel NBCA