Skip to main content

Implementatie

De Dutch Gastrointestinal Endoscopy Audit (DGEA) is een registratie die het meten van de kwaliteit van alle coloscopieën in Nederland mogelijk maakt. De regie van en het toezicht op de registratie wordt gedaan door een multidisciplinaire wetenschappelijke commissie die elke 2-3 maanden vergadert. In deze commissie zitten afgevaardigden van de NVMDL, NIV, NVVP en de PN.

Registratie aan de bron
De registratie maakt gebruik van een koppeling met de endoscopie verslagleggingssystemen zoals die van Olympus en RVC, maar ook van het landelijke weefselarchief PALGA voor de uitslagen van biopten, waardoor er geen extra registratielast bij komt kijken. Dit is voor een succesvolle coloscopie kwaliteitsregistratie essentieel, aangezien er zo’n 200.000 reguliere coloscopieën per jaar in Nederland worden uitgevoerd. Door het bevolkingsonderzoek naar darmkanker, welke gefaseerd vanaf 2014 wordt ingevoerd, zullen ongeveer 66.000 extra coloscopieën per jaar worden uitgevoerd.

Aangesloten ziekenhuizen
De koppeling, die extra handmatige invoer door de endoscopist voorkomt, is in Nederland uniek en de implementatie werd dan ook vergezeld met de nodige uitdagingen. Inmiddels functioneren de koppelingen naar behoren en op dit moment wordt van 47 ziekenhuizen informatie op een uniforme manier aan de DGEA aangeleverd. De deelnemende ziekenhuizen krijgen hun informatie middels de basisrapportages op een overzichtelijke manier teruggekoppeld.

Kwaliteitsinformatie zonder extra administratielast
Het voordeel van de koppeling is dat wanneer deze eenmaal is aangelegd, de verzamelde en teruggekoppelde kwaliteitsinformatie kan worden uitgebreid of aangepast, zonder extra registratielast [figuur 1]. Naast het faciliteren van lokale verbetertrajecten zal dit Nederland ook toonaangevend kunnen maken op het gebied van het leveren van kwalitatief hoogstaande zorg omtrent coloscopieën.

Kwaliteitsparameters

De afgelopen jaren is er in toenemende mate aandacht voor de kwaliteit van uitgevoerde coloscopieën.1-3 Uit de literatuur blijkt dat zowel de kwaliteit4-7 als de verslaglegging8 van de uitgevoerde coloscopieën varieert.

Vijf variabelen per scopie
Op dit moment worden 5 variabelen uniform bijgehouden in de DGEA: indicatie voor de coloscopie, ASA-score, Boston Bowel Preparation Score (BBPS), coecumintubatie (CI) en de Adenoom Detectie Ratio (ADR). In figuur 2 staat een overzicht van de indicaties en de aantallen patiënten die in 2017 geregistreerd zijn.

Verbetering van uitkomstenmaten
De ADR wordt momenteel als één van de belangrijkste gevalideerde indicatoren gezien voor de kwaliteit van coloscopieën. Het is een intermediaire uitkomstmaat voor het voorkómen van (sterfte aan) darmkanker op langere termijn.9 Echter, de ADR representeert de kwaliteit van de uitgevoerde coloscopie wellicht niet (voldoende) voor andere indicaties voor een coloscopie, zoals een coloscopie voor irritable bowel disease (IBD) of polyposis.1, 10, 11 Hoewel de CI-ratio dit ten dele ondervangt12, is er zeker ruimte voor verbetering van de huidige uitkomstmaten en de ontwikkeling van nieuwe uitkomstmaten die de kwaliteit van uitgevoerde coloscopieën (eventueel opgedeeld voor verschillende indicaties) weerspiegelen.

Samengestelde valide uitkomstparameters
Om de kwaliteit van coloscopieën nog beter te vangen ziet men bijvoorbeeld ook dat er gebruik gemaakt wordt van het combineren van bestaande uitkomsten, de zogenoemde samengestelde uitkomstmaten, zoals bijvoorbeeld het combineren van het percentage coecumintubaties, het comfort van de patiënt tijdens de procedure en de mate van sedatie.13

Naast de ambitie van de wetenschappelijke commissie van de DGEA om alle endoscopisten in Nederland mee te laten doen met de DGEA, werkt de commissie ook actief aan het ontwikkelen van (nieuwe) valide kwaliteitsparameters.