Skip to main content
Jaarrapportage 2015

DATO

Download rapportage

Interpretatie patiëntkarakteristieken in de DATO-registratie

In 2015 werden 9.454 bariatrische procedures geregistreerd. Er was een man-vrouwverhouding van 20:80% en het gemiddelde preoperatieve gewicht was 125 kg (53 - 270) en BMI 43 kg/m2 (19 – 118). De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 43 jaar en er was een duidelijke spreiding in het aantal ingrepen per leeftijdscategorie. Zo werden de meeste ingrepen verricht bij patiënten tussen de 46-55 jaar (3.132) en in de hogere en lagere leeftijdsgroepen beduidend minder (> 65 jaar: 81, 18-25 jaar: 561). Het type ingreep was niet gerelateerd aan het geslacht of de leeftijd van de patiënt. Bij geopereerde patiënten van 18-25 jaar (0,1%)  kwam een BMI < 35 amper voor, terwijl dit veel vaker voorkwam bij oudere patiënten (> 65 jaar), namelijk 9,1%. Dit is te verklaren uit het feit dat een operatie bij een BMI onder de 35 geen indicatie is voor primaire bariatrische chirurgie, maar wel voor revisiechirurgie, bijvoorbeeld bij maagbandfalen of –complicaties. De noodzaak voor revisiechirurgie doet zich voornamelijk voor bij oudere patiënten, die in het verleden een restrictieve operatie hebben ondergaan en een revisie behoeven. Aan de andere kant   hebben de geopereerde patiënten tussen 18-25 jaar meestal (86%) een zeer hoog BMI (> 40). In vergelijking hebben slechts 68% van de patiënten tussen 46-55 jaar zo’n hoog BMI. Een verklaring hiervoor is dat oudere patiënten relatief vaker worden geopereerd bij een minder hoog BMI als zij ook comorbiditeiten hebben (Diabetes Mellitus, OSAS*).

* obstructief slaap apneu syndroom

DATO figuur 1

Staafdiagram voor het aantal bariatrische ingrepen naar type ingreep & leeftijdscategorieën over 2015

Interpretatie en variatie in type ingreep en gewichtsverlies in de DATO-registratie

De meest uitgevoerde bariatrische ingrepen in 2015 waren respectievelijk de Roux-en-Y Gastric Bypass (RYGBP), gastric sleeve resectie (SG) en de minigastric bypass (MGBP) (73%, 17% en 6%), samen goed voor 96% van alle ingrepen. De resterende 4% betreffen de maagband, banded bypass en overige ingrepen. Het gemiddelde preoperatieve gewicht was echter beduidend lager bij patiënten die een RYGBP ondergingen (123 kg) in vergelijking met de SG en MGBP-patiënten (130 kg en 131 kg). Dit kan erop wijzen dat bij patiënten met een hoger gewicht wordt gekozen voor een relatief eenvoudiger (en mogelijk veiliger) operatietechniek. De verschillende operatietechnieken hebben vergelijkbare uitkomsten als het gaat om absoluut en relatief gewichtsverlies. Het gemiddelde gewichtsverlies na 1 jaar was echter respectievelijk 38 kg, 40 kg en 40 kg. Hetzelfde geldt voor het percentage total weight loss (%TWL); een maat die het gewichtsverlies relatief aan het initiële gewicht weergeeft...Een gewichtsverlies van minder dan 20% TWL na een jaar wordt beschouwd als suboptimaal gewichtsverlies. Een gewichtsverlies van ten minste 20% TWL en een follow-upduur van een jaar werd bereikt bij 93% van de patiënten na SG, 96% na RYGBP en 94% na MGBP-procedures. Het gemiddelde gewichtsverlies per ingreep was 30% (SG), 32% (RYGBP) en 35% (MGBP). Concluderend kan gesteld worden dat de indicatiestelling tot operatie met de leeftijd wisselt, maar dat het effect van verschillende operatietechnieken op overgewicht relatief eenduidig goed is. Dit is conform de recente internationale literatuur. Echter, het effect van de SG en MGBP op de lange termijn (> 5 jaar) is nog onvoldoende onderzocht.

DATO figuur 2

Lijngrafiek met gewichtsdaling per type bariatrische ingrepen in 2014 met follow-up van 12 maanden

Eerste resultaten Patient Reported Outcomes (PROs)

Kwaliteit van leven speelt een steeds belangrijker rol in de hedendaagse gezondheidszorg. Om het effect van bepaalde behandelingen te meten wordt de verbetering op de kwaliteit van leven van de patiënt steeds vaker meegenomen en van grote waarde geacht in de resultaten. Ook in DATO wordt dit sinds 2015 geregistreerd door middel van PRO-vragenlijsten, waarbij gebruikt wordt gemaakt van de RAND-36-vragenlijst. Deze wordt preoperatief en 12 maanden na de operatie ingevuld. Gezien de relatief korte duur sinds de start van de registratie is het aantal preoperatieve registraties nog fors groter dan de postoperatieve registraties na 12 maanden (3656 versus 479). Gezien het belang van verbetering van de kwaliteit van leven zijn wij toch van mening dat het belangrijk is om de eerste resultaten te rapporteren.

Hierbij valt op dat op alle subschalen van de RAND-36 er 12 maanden na de bariatrische ingreep een forse verbetering in de kwaliteit van leven optreedt. Nadere analyse laat zien dat dit effect onafhankelijk is van het type ingreep. Waarschijnlijk is het realiseren van een gewichtsdaling en de mogelijkheden die dit de patiënt biedt een belangrijker factor in de beleefde kwaliteit van leven. Overigens is dit sterke en onafhankelijke effect bekend uit de literatuur .  Om enkele voorbeelden te noemen: fysiek functioneren steeg van 55.9 naar 85.7 punten, vitaliteit van 50.6 naar 65.4 en gezondheidsverandering (verbetering) zelfs van 37.2 naar 95.2 punten. Dit zijn hoopvolle eerste resultaten en een extra motivatie om de PROMs nauwkeurig te blijven registreren om uiteindelijk het langetermijneffect op de kwaliteit van leven inzichtelijk te krijgen. Om dit goed te monitoren hebben wij voornemens de PROMs standaard een keer per jaar te registeren.

DATO figuur 3

Het pre- & postoperatieve verschil in ervaring van kwaliteit van leven gemeten middels de RAND-36 (PROMs).

DATO Indicatorentabel

DATO Indicatorentabel

download

DATO Basistabel

download