Skip to main content
Jaarrapportage 2018

DRCE

Complicaties van endoscopie

De Dutch Registration of Complications in Endoscopy (DRCE) is de landelijke registratie voor complicaties van endoscopieën.

Gebruiksvriendelijkheid
Het streven naar minimale registratielast is een vaak gehoorde voorwaarde in de discussie rondom kwaliteitsmonitoring in de zorg. Voor de DRCE is dit een zeer relevant onderwerp. Het absolute aantal verwachte complicaties is veel hoger dan bij minder frequent uitgevoerde procedures, gezien het grote aantal endoscopieën dat in Nederland jaarlijks wordt uitgevoerd (ruim 400.000).1 Het is daarom van belang om de administratieve last per de te registreren complicatie te minimaliseren. Door de invoermodule te optimaliseren zijn stappen gezet om de gebruiksvriendelijkheid van de registratie te verbeteren. Tevens onderzoeken we de mogelijkheid voor een koppeling met het endoscopiesysteem voor patiënt- en endoscopiegegevens. Het gebruik van brondata vermindert de registratielast en minimaliseert de kans op registratiefouten.

Lokale complicatiebespreking
De DRCE is een goed voorbeeld van een registratie waarbij verder wordt gekeken dan het monitoren van variabelen. Evaluatie van geregistreerde data is essentieel. Voor de DRCE wordt online een lokale complicatiebespreking gefaciliteerd, waarbij per complicatie kan worden aangegeven of deze is besproken of niet. In 2017 en 2018 werd ruim 85% van het totaal aantal geregistreerde complicaties besproken in een lokale complicatiebespreking [figuur 1]. De volgende stap is actie ondernemen naar aanleiding van de getrokken conclusies in de complicatiebespreking. Het proces van een audit en bijbehorende feedback leidt namelijk niet per se tot kwaliteitsverbetering.2 Aanvullende stappen, zoals extra endoscopische vaardigheidstrainingen, kunnen binnen zorginstellingen worden ingezet.

Figuur 1: Besproken complicaties in lokale complicatiebespreking per jaar

Koppeling DGEA en DRCE

Om als zorginstelling goed inzicht te krijgen in behaalde resultaten, is het absolute aantal complicaties uit de DRCE niet afdoende. In 2019 gaan we de beschikbare data van coloscopieën voor zorginstellingen, die zowel in de DRCE als de DGEA registreren, combineren per indicatie voor de coloscopie. Deze koppeling tussen het aantal complicaties (DRCE-data) en het totaal aantal coloscopieën (DGEA-data), is essentieel om een goed inzicht te verkrijgen in complicatiepercentages. De data kunnen eventueel gestratificeerd worden naar indicatie en in de toekomst mogelijk naar individuele patiëntkenmerken. Deze resultaten worden voor interne evaluatie per zorginstelling teruggekoppeld. Uiteindelijk kan deze informatie meegenomen worden in de spreekkamer om patiënten gericht voor te lichten.

In de toekomst is het streven om de DGEA uit te breiden voor meerdere typen endoscopieën en de koppeling met de DRCE breder te faciliteren. Gezien de huidige wetgeving is het koppelen van de data van de DGEA met de data van de DRCE op patiëntniveau vooralsnog niet mogelijk.

Ontwikkelen indicator
De koppeling tussen de DGEA en DRCE is alleen mogelijk voor de zorginstellingen die in beide registraties registreren. Momenteel registreren meer zorginstellingen in de DRCE, dan in de DGEA. We hopen dat deze koppeling een extra stimulans is voor zorginstellingen om zich aan te sluiten bij de DGEA, zodat een kwaliteitsverbetering landelijk ingezet kan worden.

Referenties

  1. Terhaar sive Droste JS, Craanen ME, Kolkman JJ, Mulder CJJ. Dutch endoscopic capacity in the era of colorectal cancer screening. The Netherlands Journal of Medicine 2006; 64(10):371-373
  2. Tinmouth J, Patel J, Hilsden RJ, Ivers N, Llovet D. Audit and feedback interventions to improve endoscopist performance: principles and effectiveness. Best Pract Res Clin Gastroenterol 2016; 30(3):473–485