Skip to main content
Jaarrapportage 2018

DHFA

Kwaliteitsindicatoren van heupfractuurzorg

Waar komen we vandaan?
In Nederland worden de verplichte heupfractuur kwaliteitsindicatoren door twee instanties uitgevraagd, de IGJ en ZiNL. De IGJ publiceert haar indicatoren altijd in de basisset en ZiNL op de transparantiekalender. Bij de oprichting van de DHFA stonden de heupfractuurindicatoren op verschillende plekken in de basisset en werden ze op de transparantiekalender in twee verschillende indicatorensets uitgevraagd, de Spoedeisende Hulp-set en de Heupfractuur set.

Wat hebben we bereikt
In 2016 is de DHFA opgericht waarbij een van de doelstellingen was om meer grip te krijgen op de verplichte kwaliteitsindicatoren die door verschillende instanties bij de ziekenhuizen werden uitgevraagd. Door nadrukkelijk met de stakeholders in gesprek te gaan over hun uitgevraag, is bereikt dat (nog) niet valide indicatoren geschrapt zijn, waaronder het aantal geopereerde patiënten per chirurg en de 30 dagen mortaliteit. Daarnaast zullen vanaf verslagjaar 2019 de heupfractuurindicatoren van ZiNL alleen nog in de Heupfractuur set worden uitgevraagd en niet meer in de Spoedeisende Hulp set [figuur 1]. Voor de toekomst, verslagjaar 2020, is het streven van de wetenschappelijke commissie om de indicatoren van de basisset en de transparantiekalender zoveel mogelijk overeen te laten komen.

Uniforme berekening
De DHFA-dataset is zo ontwikkeld dat vanuit de DHFA alle heupfractuurindicatoren berekend kunnen worden, zowel de indicatoren van IGJ als die van ZiNL. Deelname aan de DHFA betekent dus dat alle verplichte heupfractuur kwaliteitsindicatoren door DICA berekend worden vanuit 1 database, op een landelijk eenduidige wijze. Vervolgens kunnen ziekenhuizen hun indicatorresultaten eenvoudig naar uitvragende instanties doorsturen via het Transparantieportaal Zorg.1

Figuur 1: Heupfractuur kwaliteitsindicatoren over de afgelopen jaren

DHFA maakt praktijkvariatie inzichtelijk

Medebehandeling en certificering
Uit onderzoek blijkt dat iedere patiënt ouder dan 70 jaar een ortho-geriatrische behandeling zou moeten krijgen die preoperatief begint. Deze multidisciplinaire benadering leidt tot betere uitkomsten voor de patiënt.2,3 Zowel de IGJ als ZiNL hebben de ortho-geriatrische medebehandeling ook als kwaliteitsindicator opgenomen.

Registratie als gecertificeerd traumachirurg of orthopedisch chirurg traumatoloog door de wetenschappelijke verenigingen (NVT en NOV) is sinds enkele jaren mogelijk, mits voldaan wordt aan de daarvoor gestelde criteria. Onderzoek heeft aangetoond dat behandeling door een gecertificeerd chirurg leidt tot betere patiëntuitkomsten.4

Idealiter is de heupfractuurzorg dus ondergebracht in een gespecialiseerd behandelteam heupfractuur met ortho-geriatrische behandeling waarbij de operatie wordt uitgevoerd door een gecertificeerd chirurg.

Medebehandeling en certificering in de DHFA
In 2018 heeft 70% van de heupfractuurpatiënten ouder dan 70 jaar een ortho-geriatrische behandeling gehad die preoperatief is gestart. Dit percentage is 52% indien de chirurgische behandeling ook moet zijn uitgevoerd door een gecertificeerd chirurg [figuur 2]. Interessant is de grote praktijkvariatie tussen ziekenhuizen: er zijn zowel laag- als hoogvolume ziekenhuizen waarbij de zorg wel en niet door een gespecialiseerd behandelteam wordt verricht.

Gerichte verbetertrajecten
Met het aantonen van praktijkvariatie tussen ziekenhuizen heeft de DHFA haar nut bewezen. Deze praktijkvariatie kan namelijk een aangrijpingspunt zijn voor het verder optimaliseren van de heupfractuurzorg, zowel door de beroepsgroep op landelijk niveau als lokaal door de behandelteams. Ziekenhuizen kunnen gerichte verbetertrajecten initiëren, waarbij een afname in praktijkvariatie zal leiden tot een hogere kwaliteit van de heupfractuurzorg in Nederland.

Figuur 2: Behandeling door gespecialiseerd behandelteam heupfractuur.

Toekomst van de DHFA

Om de kwaliteit van de heupfractuurzorg verder door te ontwikkelen, lopen drie onafhankelijke DHFA-projecten gefinancierd met SKMS-gelden.

Indicatoren taskforce DHFA
Sinds januari 2018 registreren zeven ziekenhuizen aanvullende parameters naast de standaard DHFA-set, om te bepalen of zij daadwerkelijk valide kwaliteitsaspecten meten. Alleen valide parameters zullen als indicatoren opgenomen worden in de landelijk dataset van de DHFA.

Nationaal EPD zorgpad heupfractuur
Op regionaal niveau zijn al meerdere heupfractuurzorgpaden ontwikkeld. De wens is om een landelijk zorgpad te ontwikkelen dat gesteund wordt door alle betrokken zorgprofessionals. Wanneer dit zorgpad is vastgesteld, is het voornemen om dit op te nemen in de standaardcontent van de grote EPD-leveranciers. In het zorgpad worden alle DHFA-variabelen opgenomen. Vanuit het EPD zal een koppeling met de DHFA gerealiseerd kunnen worden, zodat ziekenhuizen de afgesproken gegevens vanuit het zorgpad aan kunnen leveren. Hiermee is registratie aan de bron gerealiseerd met als positief neveneffect dat dit zal leiden tot vermindering van registratielast.

Pilot PROMs in de keten
Stakeholders hebben de wens uitgesproken om PROMs aan de DHFA toe te voegen. Tevens staat in het ‘Hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg’ dat in 2022 voor ruim 50% van de ziektelast, waaronder heupfracturen, uitkomsten van zorg inzichtelijk moeten zijn die er voor patiënten daadwerkelijk toe doen. In het zorgproces van een heupfractuurpatiënt zijn meerdere zorginstellingen betrokken [Figuur 3]. Dit pilotproject PROMs evalueert of een landelijke uitvraag in de zorgketen voor heupfractuur patiënten betekenisvolle uitkomstinformatie op zal leveren.

Figuur 3: Ketenzorg gedurende 6 maanden.

Basistabel DHFA

Referenties

1. www.transparantieportaalzorg.nl
2. . Folbert EC, Hegeman JH, Vermeer M, Regtuijt EM, van der Velde D, ten Duis HJ, Slaets JP. Improved 1-year mortality in elderly patients with a hip fracture following integrated orthogeriatric treatment. Osteoporos Int. 2016;July 21; DOI 10.1107/s00198-016-3711-7
3. Richtlijn‘Behandeling kwetsbare ouderen bij chirurgie. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie; 2016. 

4. Treskes K, Voeten SC, Tol MC, Zuidema WP, Vermeulen J, Goslings JS, Schep NW, study group on certification of trauma proximal femoral fractures. Trauma surgery by general surgeons: Still an option for proximal femoral fractures. Injury. 2016;Nov 18; S0020-1383(16)30759-8.