Skip to main content
Jaarrapportage 2018

DBIR

DBIR, de weg naar veilige borstprothesechirurgie

De Dutch Breast Implant Registry registreert patiënt-, operatie- en prothesekarakteristieken voor het inzichtelijk maken en het borgen van de kwaliteit van borstprothesechirurgie in Nederland.

Maatschappelijk belang
De veiligheid van borstprothesen is eind 2018 en begin 2019 ter discussie gesteld. Daarom is het belangrijker dan ooit dat we borstprothesen blijven registreren in een kwaliteitsregistratie zoals de DBIR. Door het verzamelen van longitudinale informatie over borstprothesen op landelijk niveau kunnen we op den duur objectief de veiligheid van deze prothesen evalueren en patiënten traceren indien problemen met hun prothese zijn gesignaleerd.

Samenwerking
Inmiddels registreren 74 van de 77 ziekenhuizen (96%) en 22 van de 32 zelfstandige klinieken (69%) in DBIR.1 (Figuur 1) Deelnemers hebben toegang tot hun eigen resultaten met landelijke benchmarkinformatie. Tegelijkertijd verzamelen zorginstellingen samen de benodigde informatie voor meer wetenschappelijk onderzoek naar de veiligheid en kwaliteit van borstprothesechirurgie. In een recent gepubliceerd onderzoek werd bijvoorbeeld klinische informatie uit de DBIR-database gecombineerd met pathologische informatie uit de PALGA-database2 voor onderzoek naar de zeldzame ziekte BIA-ALCL.3 Door deze informatie te combineren, kunnen we in de loop der jaren meer inzicht krijgen in het ontstaan van deze ziekte en de relatie met (specifieke) borstprothesen.

Als patiënt ook inzicht
Patiënten kunnen controleren of hun borstprothese geregistreerd staat in DBIR via www.implantaatcheck.nl. Bovendien krijgen patiënten via deze website informatie over de status van hun borstprothese indien de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) besluit een prothese terug te roepen voor de patiëntveiligheid.

Figuur 1: Deelname aan de DBIR in 20171.

Hoe volledig registreert men?

Een volledige registratie is cruciaal voor het berekenen van uitkomstindicatoren, zoals explantatie binnen 60 dagen, alsmede voor het volgen van een prothese over de tijd, wetenschappelijk onderzoek en terugroepacties.

Hoog landelijk gemiddelde
Dit jaar is voor het eerst de indicator “volledig geregistreerde borstprothesen” extern verschenen.4 Deze indicator wordt voor iedere deelnemende zorginstelling berekend over alle geregistreerde operaties. Het landelijke gemiddelde blijkt hoog te zijn, namelijk 93% (spreiding 50-100%) [Figuur 2].

Voor verder kwaliteitsonderzoek kan deze indicator ontleed worden in twee subgroepen: geïmplanteerde (geplaatste) borstprothesen en geëxplanteerde (verwijderde) borstprothesen. Als we inzoomen op deze twee subgroepen, blijkt men geïmplanteerde prothesen zeer volledig te registreren (93%, spreiding 50-100%). Bij geëxplanteerde prothesen is het gemiddelde percentage lager (88%) en de spreiding groter (0-100%).

Verbeterpotentieel
Van borstprothesen die geëxplanteerd worden, ontbreken vaak implantaatgegevens. Dit komt doordat gegevens van borstprothesen die meerdere jaren geleden geplaatst zijn, lastig te achterhalen zijn. Bij de berekening van deze indicator wordt daar echter rekening mee gehouden. Desondanks, blijkt er in de registratie van deze subgroep verbeterpotentieel te liggen voor een groot aantal zorginstellingen. Gelukkig kunnen er, naarmate de DBIR langer bestaat, steeds vaker prothesegegevens terug gevonden worden in de database en gebruikt worden voor kwaliteitsevaluaties.

Figuur 2: Landelijke score op de indicator “volledig geregistreerde borstprothesen”, opgesplitst per type operatie.

Behaalde doelen en toekomstvisie

Primeur: 1e uitgebreide DBIR-jaarverslag
Met trots is in oktober 2018 het eerste DBIR-specifieke jaarverslag aan alle stakeholders gepresenteerd [Figuur 3]. Komend jaar breiden we dit rapport graag uit met informatie uit de buitenlandse borstprotheseregistraties van het ICOBRA-samenwerkingsverband.  

Indicatoren en patiënt-gerapporteerde uitkomsten
Er wordt hard gewerkt aan de interne ontwikkeling van proces- en uitkomstindicatoren, zoals de naleving van landelijke richtlijnen (o.a. preoperatieve antibioticaprofylaxe) en explantatie binnen 60 dagen. Daarnaast omarmt de DBIR-commissie het concept van PROMs. Hiervoor houdt zij de ontwikkeling van de BREAST-Q Implant Surveillance5 nauwlettend in de gaten. Deze lijst bevat 5 vragen met als doel protheseproblemen sneller te signaleren. Zodra deze vragenlijst voldoende valide is, zal gekeken worden hoe deze geïntegreerd kan worden in de DBIR.

Zorginstellingen inhoudelijk ondersteunen
Komend jaar wordt het plan om een audit werkgroep op te richten voorgelegd aan de NVPC-leden. Een audit werkgroep mag op vertrouwelijke en onafhankelijke wijze resultaten van deelnemende zorginstellingen inzien om best practices of verbeterpotentie te identificeren en daarmee deelnemers van de registratie te ondersteunen.

Barcodes
Het registreren is voor zorgverleners een tijdrovend proces. Daarom is de DBIR-commissie hard op zoek naar mogelijkheden voor registratielastvermindering. Als resultaat hiervan en door samenwerking met de industrie, kunnen inmiddels borstprothesen van de merken Eurosilicone, Mentor, Motiva, Nagor en Polytech deels geregistreerd worden door het scannen van een GS1-barcode. Daarnaast sluit de DBIR graag aan bij de “slimmer registreren modules” zodra dat mogelijk is (zie pag. 10 voor meer uitleg

Figuur 3: Bekijk het DBIR-specifieke jaarrapport door het scannen van de QR-code.

Basistabel DBIR 1a

Basistabel DBIR 1b

Basistabel DBIR 1c

Basistabel DBIR 1d

Referenties

  1. Het aantal deelnemers van de DBIR is vergeleken met het aantal zorginstellingen dat bekend is als verrichters van borstprothesechirurgie bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Hiervoor zijn de meest recente resultaten van de Basisset Medisch Specialistische Zorg gebruikt (2017). Te downloaden via: https://www.dhd.nl/producten-diensten/omniq/Paginas/Databestanden-Basisset-MSZ.aspx.
  2. Stichting PALGA, Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief, kijk voor meer informatie op: https://www.palga.nl/over-ons/stichting-palga/
  3. Becherer BE, Boer M De, Boer JP De, et al. The Dutch Breast Implant Registry (DBIR): Registration of Breast Implant - Associated Anaplastic Large Cell Lymphoma (BIA-ALCL), a proof of concept. Accepted for publication in Plast Reconstr Surg, expected publication in May 2019.
  4. Factsheet Indicatoren Dutch Breast Implant Registry (DBIR) 2018, Indicator 3: Het percentage volledig geregistreerde borstprothesen en expanders, pagina 6.
  5. BREAST-Q for Implant Surveillance, onderdeel van de BREAST-Q, onder leiding van Andrea Pusic MD PhD, kijk voor meer informatie over de BREAST-Q op: http://qportfolio.org/breast-q/